Wat is een compartiment?

Het KB van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, definieert een compartiment als:

“Een deel van een gebouw begrensd door wanden die de brandvoortplanting naar het aanliggende compartiment of compartimenten gedurende een bepaalde tijd dienen te beletten. Een compartiment is al dan niet onderverdeeld in lokalen.”

Oppervlakte (S) van een compartiment: horizontale bruttooppervlakte zonder enige aftrek gemeten tussen de binnenvlakken der compartimentswanden.

Aantal gebruikers (Np) van een compartiment:

Stel:

  • S = oppervlakte van een compartiment, uitgedrukt in m2;
  • S” = de oppervlakte van een compartimentsgedeelte waarvan het aantal gebruikers nauwkeurig kan bepaald worden op basis van het vast meubilair, uitgedrukt in m2;
  • S’ = S – S”, uitgedrukt in m2;
  • Np = het aantal gebruikers van een compartiment;
  • Nr = het aantal gebruikers van een compartiment dat nauwkeurig kan bepaald worden op basis van het vast meubilair.

Voor lage, middelhoge en hoge gebouwen wordt de waarde van Np conventioneel als volgt bepaald:

  • voor lokalen niet toegankelijk voor publiek wordt het aantal gebruikers Np ten minste gelijk gesteld aan S/10.
  • voor lokalen toegankelijk voor publiek wordt het aantal gebruikers Np ten minste gelijk gesteld aan S/3.

Indien het aantal gebruikers (Nr) van een compartimentsgedeelte nauwkeurig kan bepaald worden op basis van het vast meubilair, dan is:

  • Np = Nr + S’/10, voor lokalen niet toegankelijk voor publiek; of
  • Np = Nr + S’/3, voor lokalen toegankelijk voor publiek.

Algemeen geldt nog het volgende:

Een gebouw is verdeeld in compartimenten waarvan de oppervlakte kleiner is dan 2500 m2, met uitzondering van de parkeergebouwen.

De oppervlakte van een compartiment mag groter zijn dan 2500 m2, indien het uitgerust is met een automatische blusinstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie. De Minister van Binnenlandse Zaken* bepaalt de voorwaarden waaronder een compartiment groter mag zijn dan 2500 m2 zonder dat een automatische blusinstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie moet voorzien worden.

De hoogte van een compartiment stemt overeen met de hoogte van één bouwlaag (dit is de ruimte tussen een vloer en het daarboven liggend plafond).

De volgende uitzonderingen zijn nochtans toegestaan:

  • het parkeergebouw met bouwlagen;
  • een compartiment mag zich uitstrekken over twee boven elkaar gelegen bouwlaen met een binnenverbindingstrap (duplex), indien de gecumuleerde oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan 2500 m2; Voor gebouwen waarvoor de aanvraag voor de bouw is ingediend voor 1 april 2017, ingeval de duplex zich op de hoogste twee bouwlagen van het gebouw bevindt, mag de oppervlakte van het compartiment 2500 m2 per bouwlaag bedragen;
  • Voor gebouwen waarvan de aanvraag voor de bouw wordt ingediend vanaf 1 december 2012: de hoogte van een compartiment mag zich uitstrekken over drie boven elkaar gelegen bouwlagen met een binnenverbindingstrap (triplex), voor zover de som van hun gecumuleerde oppervlakte de 300 m2 niet overschrijdt, en dat dit compartiment is uitgerust met een automatisch branddetectie van het type totale bewaking die automatisch een aanduiding van de brandmelding geeft en waarvan de detectoren aangepast zijn aan de aanwezige risico’s;
  • Voor gebouwen waarvoor de aanvraag voor de bouw is ingediend voor 1 april 2017, mogen de benedenverdieping en de eerste verdieping (of tussenverdieping) eveneens één compartiment vormen, op voorwaarde dat het totaal volume niet groter is dan 25000 m3
  • de hoogte van een compartiment mag zich uitstrekken over verscheidene boven elkaar geplaatste bouwlagen, indien dit compartiment slechts technische lokalen omvat.
  • de hoogte van een compartiment mag zich uitstrekken over verscheidene bouwlagen op voorwaarde:
    • dat dit compartiment is uitgerust met een automatische blusinstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie. De Minister van Binnenlandse Zaken* bepaalt de voorwaarden waaronder uitzonderingen mogelijk zijn op de verplichte plaatsing van een automatische blusinstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie;
    • en dat de evacuatiemogelijkheden van het gebouw dienen te voldoen aan de bepalingen van de voorschriften van lage, middelhoge en hoge gebouwen.

*De mogelijkheid om af te wijken wordt geval per geval bepaald door de Commissie voor Afwijking. Deze bevoegdheid werd aan haar gedelegeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken bij Ministerieel Besluit van 9 november 2011 tot delegatie betreffende aanvragen tot afwijking van het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen.