Welke voorschriften gelden er volgens het ARAB inzake akoestische signalen?

  1. Intrinsieke kenmerken:
    • Akoestisch signaal moet:
      • een geluidsniveau hebben dat duidelijk hoger is dan het niveau van het omgevingslawaai, zodat het goed hoorbaar is, doch niet te luid of pijnlijk voor de oren;
      • gemakkelijk herkenbaar zijn, onder meer rekening houdend met de duur van de impulsen en met het interval tussen impulsen en groepen van impulsen, en gemakkelijk te onderscheiden zijn van een ander geluidssignaal en andere omgevingsgeluiden.
    • Wanneer een voorziening een akoestisch signaal met variabele en vast frequentie kan uitzenden, moet de variabele frequentie worden gebruikt om ten opzichte van de vaste frequentie aan te geven dat het gaat om een situatie die een groter gevaar inhoudt of waarbij de gewenste of verplichte interventie of actie met grotere spoed moet worden uitgevoerd.
  2. Te gebruiken code:
    • Het geluid moet continu zijn.