Hoe fel moet noodverlichting branden? Wat is de minimale lichtintensiteit?

Vluchtwegverlichting: De lichtsterkte moet hier minimum 1 lux bedragen op de as van de vluchtweg. De zones zijdelings van as tot max. 1/2 vluchtweg mogen wel minimum 0,5 lux bedragen. Op plaatsen van de vluchtweg waar een gevaarlijke toestand bestaat (bv. trappen of richtingsveranderingen), bedraagt de minimale horizontale verlichtingssterkte 5 lux. De kwaliteit van de lichtkleur moet 40 zijn op de Ra-index. De verlichting moet op 5 seconden aan 50% van haar sterkte zijn en na 60 seconden op volledige sterkte werken.

Anti-paniekverlichting: Hier dient er een verlichtingsniveau van 0,5 lux op de grond gegarandeerd te worden. Voor het overige wijkt deze niet af van de vluchtwegverlichting.

Verlichting van werkplekken met verhoogd risico: Er zal een verlichtingsniveau worden gegarandeerd van minimaal 10% van de normale waarde die voorzien is voor de opdracht, maar nooit minder dan 15 lux. Deze verlichting dient permanent te branden ofwel binnen de 0,5 seconden aan te slaan.

*Deze informatie vindt u terug in de Europese norm EN 1838:2013.