Op welke plaatsen ben ik verplicht om noodverlichting te installeren?

Bij evacuatiewegen, vluchtterrassen, overlopen, liftkooien, zalen of lokalen die toegankelijk zijn voor het publiek, de lokalen waarin de autonome stroombronnen of de pompen voor de blusinstallaties opgesteld zijn, de stookafdelingen, de centrale controle– en bedieningspost en de voornaamste borden, evenals iedere uitgangsdeur en ontruimingsuitgang, zijn voorzien van veiligheidsverlichting. De veiligheidsverlichting kent hier een horizontale verlichtingssterkte van ten minste 1 lux ter hoogte van de grond of van traptreden, in de as van de vluchtweg.

Op plaatsen van de vluchtweg waar een gevaarlijke toestand bestaat, bedraagt de minimale horizontale verlichtingssterkte van 5 lux. Voorbeelden van deze gevaarlijke plaatsen: richtingsverandering, een kruising, een overgang naar trappen, onvoorziene hoogteverschillen in het loopvlak, etc.

*Deze informatie vindt u terug in het KB van 7 juli 1994 (gecoördineerde versie 1 april 2017) en het ARAB.