Welke regels gelden er voor kamerverhuur en studentenwoningen in Antwerpen?

Volgens de Antwerpse politiecodex moet de verhuurder voldoende brandbestrijdingsmiddelen aanbrengen, aangepast aan de omstandigheden:

  • Metalen deksel, goed sluitend (in de onmiddelijke omgeving van frituurketels en minstens 1 per ketel)
  • Branddeken (in iedere individuele of gemeenschappelijk keuken en minstens 1)
  • 6 kilo ABC-poeder, 6 liter waterschuim AB of gelijkwaardig:
    • Per 150 m², gelijkmatig verdeeld – minstens 1 stuk
    • In ieder binnentrappenhuis – minstens 1 stuk per verdieping
    • In iedere gemeenschappelijke keuken – minstens 1 stuk
    • In nabijheid van iedere haspel – minstens 1 stuk
  • Muurhaspel met axiale voeding:
    • Vanaf 3 bovenverdiepingen en waarbij zich op de derde bovenverdieping of hoger, in totaal drie of meer woningen bevinden – spuiten is mogelijk op ieder punt van de inrichting rekening houdend met een worplengte van de waterstraal van 3 meter.
    • OF vanaf meer dan 20 woningen in het gebouw – Spuiten is mogelijk op ieder punt van de inrichting rekening houdend met een worplengte van de waterstraal van 3 meter.
  • Rookdetectie:
    • Optische rookmelders (conform NBN EN 14604): De rookmelders moeten optische rookmelders zijn die een certificaat hebben van een erkend organisme (BOSEC). Bovendien moeten de rookmelders autonoom functioneren en worden ze gevoed door geïntegreerde batterijen. Er bevinden zich minstens detectoren in elk lokaal op het evacuatietraject van de woningen. Dat geldt ook voor de woningen zelf en bijkomend in de eventueel andere risicovolle lokalen. Er zijn geen autonome rookmelders verplicht als er een algemene en automatische branddetectie met centrale aanwezig is. – Tot en met 7 woningen
    • Algemene en automatische branddetectie met centrale: deze installatie bestaat uit een aantal branddetectoren, verbonden met een interne centrale, in de lokalen die deel uitmaken van het gebouw. Er bevinden zich minstens detectoren is de woningen, in het binnentrappenhuis en in de eventueel andere risicovolle lokalen. De centrale is aangepast aan de detectoren en minstens uitgerust met een akoestisch alarmsignaal. Dat signaal mag niet verward worden met andere signalen en is overal in het gebouw te horen. De centrale wordt gevoed door het openbare elektriciteitsnet en beveiligd met afzonderlijke zekeringen. Als het openbare elektriciteitsnet uitvalt, voedt een secundaire stroombron automatisch de installatie. Er zijn geen autonome rookmelders verplicht als er een algemene en automatische branddetectie met centrale aanwezig is. Vanaf acht woningen geldt deze verplichting in Antwerpen.
  • Controle: