Welke situaties moet ik aanduiden met pictogrammen?

Het ARAB, en meer bepaald art. III.6-6, bepaalt de gevallen waarin signalering verplicht op permanente en occasionele wijze moeten worden uitgevoerd.

Er zal permanente signalisatie nodig zijn voor de signalering met betrekking tot een verbod, waarschuwing, gebod, evenals de signalering met betrekking tot de lokalisatie en de identificatie van reddings- of hulpmiddelen. De lokalisatie en identificatie van het materieel en de uitrusting voor brandbestrijding, de signalering op recipiënten en leidingen, de signalering van het gevaar door stoten tegen obstakels, door vallende voorwerpen of voor vallen van personen en de markering van verkeerswegen dienen eveneens op permanente wijze te worden aangebracht.

Occasioneel zullen er ook situaties moeten worden aangeduid. Het gaat hier om de signalering van gevaarlijke gebeurtenissen, de oproep van personen voor een specifieke actie, dringende evacuatie van personen en het leiden van personen, die handelingen verrichten waarbij een risico of een gevaar bestaat.