Aan welke normen dienen pictogrammen te voldoen?

De geldende norm voor pictogrammen is de ISO 7010:2011 norm. Deze norm geeft een richtlijn betreffende het gebruik, hun verschijningsvorm en toelaatbare afwijkingen. Het gaat hier om een richtlijn en geen algemeen verplichtende norm, aangezien deze nog niet wettelijk verankerd is in België. We vinden vergelijkbare pictogrammen met dezelfde opdeling, als deze van de ISO 7010:2011 norm, terug in het ARAB, namelijk reddings- en evacuatieborden, borden betreffende brandbeveiliging, gebodsborden, verbodsborden en waarschuwingsborden. We kunnen dus stellen dat de ISO 7010:2011 norm geldt.

Volgens de ISO 7010:2011 norm zijn er een aantal afwijkingen toegelaten. De pictogrammen mogen licht verschillen van de norm zolang ze gelijkwaardig kunnen worden beschouwd, eventueel met bijkomende toelichting voor het personeel. Hier zal wel aandacht op gevestigd moeten worden bij de interne noodplannen en interventieplannen van de externe hulpdiensten. Zorg er voor dat je in één bedrijf een uniform systeem van veiligheids- en gezondheidssignalering hebt.

Volgens het ARAB moeten pictogrammen aan een aantal voorschriften voldoen. De pictogrammen die zo eenvoudig mogelijk te zijn en overbodige details dienen te worden weggelaten. Er wordt eveneens een hele lijst ter beschikking gesteld door het ARAB.

De borden moeten gemaakt zijn van materiaal met een zo groot mogelijke schokvastheid, weerbestendigheid en resistentie voor omgevingsfactoren. De borden moeten goed zichtbaar en gemakkelijk te begrijpen zijn door het gebruik van goede afmetingen en kleur- en lichttechnische eigenschappen. Ze worden geplaatst op een passende locatie en hoogte ten opzichte van het gezichtsveld, bij de toegang tot een zone waar een algemeen risico bestaat of bij de nabijheid van een bepaald risico of het te signaleren object, en wel op een goed verlichte en gemakkelijk toegankelijke en zichtbare plaats. Een bord moet worden verwijderd zodra de situatie die de aanwezigheid ervan rechtvaardigt, niet meer bestaat.

Het ARAB legt nog een aantal andere voorwaarden op. Deze stelt dat de doeltreffendheid van een signalering niet in het gedrang gebracht mag worden door andere signalering (bv. teveel borden dicht bij elkaar) en door een slecht ontwerp, een ontoereikend aantal, een slechte plaatsing, een slechte staat of een slechte werking van de signaleringsmiddel of -voorzieningen. Dit laatste houdt, onder meer, in dat de signaleringsmiddelen en -voorziening  geregeld worden schoongemaakt, onderhouden, geverifieerd en gerepareerd (of vervangen indien nodig).