Wat moet ik doen voor de brandveiligheid van mijn ‘groot’ logies?

Het gaat hier om kamergerelateerde logies met meer dan 5 verhuureenheden en met meer dan 12 slaapplaatsen.

De eigenaar zal evacuatiewegen aanduiden die oordeelkundig verdeeld zijn over het gebouw en laten een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen toe. Ieder compartiment heeft minstens twee evacuatiemogelijkheden. Een compartiment is iedere bouwlaag die geen normaal evacuatieniveau is en kleiner is dan 1250 m2. Iniden de bezetting 50 of meer dan 50 personen bedraagt, wordt het aantal uitgangen van de bouwlagen en lokalen bepaald zoals voor de compartimenten.

  • De eerste evacuatiemogelijkheid is de normale uitgang
  • De tweede evacuatiemogelijkheid:
    • Geldend voor alle categorieën van inrichtingen:
      • Een tweede binnetrap die verbonden is met de eerste evacuatieweg;
      • Een buitentrap die verbonden i met de eerste evacuatieweg.
    • Enkel voor inrichtingen waarvan een of meer verhuureenheden op het gelijksvloers, het eerste en het tweede verdiep liggen:
      • Een al of niet uitklapbare buitenladder per verhuureenheid;
      • Een opengaand raam per verhuureenheid, als de verhuureenheid zich op het evacuatieniveau of op de eerstbovenliggende verdieping bevindt. Het raam moet steeds de vlotte evacuatie toelaten.
  • Voor inrichtingen waarvan een of meer verhuureenheden op het gelijksvloers, het eerste en het tweede verdiep liggen en inrichtingen waarvan een of meer verhuureenheden hoger dan het tweede verdiep, maar op minder dan 25m hoogte liggen en met minder dan 33 slaapplaatsen mag ook van de autoladders van de brandweer gebruiktemaakt worden als tweede evacuatiemogelijkheid, op voorwaarde dat aan al de onderstaande eisen voldaan is:
    • De inrichting is uitgerust met een automatische branddetectie;
    • Iedere verhuureenheid beschikt over een raamopening die of een terras dat bereikbaar is voor de autoladders van de brandweer. Door het raam is een vlotte evacuatie vereist;
    • De toegangsdeur en de verticale binnenwanden van de verhuureenheid hebben minstens een brandwerendheid van EI30.

Het compartiment mag zich niet verder bevinden dan:

  • 20m van de evacuatieweg die de trappen of uitgangen verbindt;
  • 30m van de toegang tot de dichtsbijzijnde trap of uitgang;
  • 60m van de toegang tot een tweede trap of uitgang.

De uitgangen leiden naar buiten of naar een ander compartiment. De lengte van doodlopende evacuatiewegen mag niet meer dan 15m bedragen.

Belangrijk voor de evacuatie is de signalisatie. Iedere bouwlaag dient een volgnummer te hebben, die voldoen aan de volgende vereisten:

  • Ononderbroken reeks;
  • Normale evacuatieniveau draag nummer ‘0’;
  • Onder het normale evacuatie niveau betreft het een negatief nummer;
  • Boven het normale evacuatieniveau betreft het een positief nummer;
  • Duidelijk leesbaar op de overlopen en in de evacuatiewegen bij trappenhuizen en liften;
  • De uitgang, nooduitgang en richting naar die uitgangen worden aangeduid volgens de bepalingen van het KB 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalisatie op het werk;
  • Langs de evacuatiewegen mogen geen spiegels worden aangebracht op plaatsen waar gasten zich daardoor zouden kunnen vergissen in de richting naar de trappen en de uitgangen.

De eigenaar zal voldoende brandbestrijdingsmiddelen, meldingen, alarmen voorzien. Het aantal en het type wordt bepaald door het brandrisico. Elk begin van brand moet gemeld kunnen worden. De ontvangen seinen en berichten mogen niet met elkaar, noch met andere seinen kunnen worden verward. De uitbating is uitgerust met een passende automatische branddetectie-installatie van het type algemene bewaking. Die automatische branddetectie-installatie is ontworpen en uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap. Als het toeristisch logies bestaat uit één verhuureenheid met maximaal 32 slaapplaatsen, mogen gekoppelde autonome rookdetectors de automatische branddetectie vervangen. Het toeristisch logies beschikt dan over een autonoom gekoppelde rookdetector in iedere ruimte van het toeristische logies. Alle grote toeristische logies moet voor 1 april 2022 over een automatische branddetectie beschikken. Het aantal en de plaats van brandbestrijdingsmiddelen wordt bepaald door de aard en de omvang van het gevaar.

De eigenaar zal door onderhoud en controles de technische uitvoering van de inrichting in goede staat houden. Hij laat op zijn verantwoordelijkheid die uitrusting door de bevoegde personen periodiek controleren. Hij zal er eveneens voor zorgen dat de nodige keuringen, onderzoeken en controles uitgevoerd worden. De data, vaststellingen en instructies voor het personeel tijdens de controles  worden geregistreerd en ter beschikking gehouden. De periodieke controles gebeuren volgens onderstaande tabel:

Legende:

EO Erkend organisme
BT Bevoegde technicus (persoon met nodige kennis, erkenning en materiaal om controles uit te voeren bv. erkende technicus/installateur)
BP Bevoegde persoon (persoon voldoende kennis van de toestellen, dit kan een eigen personeelslid zijn)
GKI Geaccrediteerde keuringsinstelling
EDTC Een externe dienst voor technische controle

Tot slot zal de uitbater de nodige maatregelen nemen om de personen die in de B&B of het logies aanwezig zijn, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen. Deze worden vermeld in het huishoudelijk reglement. De uitbater zal periodiek (minstens jaarlijks) de aandacht van het personeel op die bepalingen vestigen. De uitbater en de persoon belast met dagelijkse of feitelijk bestuur zijn verplicht om in elke verhuureenheid de volgende gegevens te beschikking te stellen:

  • Instructies in geval van brand in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. Er wordt ook vermeld dat het verboden is om de lift te gebruiken in geval van brand;
  • Een vereenvoudigde samenvattend plan met aanduiding waar de verhuureenheid zich bevindt ten opzichte van de evacuatiewegen en brandvoorzieningen;
  • Internationaal noodnummer “112”;
  • Contactgegevens van de persoon die voor de logerende toeristen gedurende het verblijf bereikbaar is in geval van nood.

Als het toeristisch logies uit meer dan één verhuureenheid bestaat, wordt de volgende informatie voorzien:

  • Bij de hoofdingang van het toeristisch logies: vereenvoudigde samenvattende plannen van de volledige inrichting, die per verdieping minstens de volgende gegevens bevatten:
    • Bestemming van alle lokale, inclusief de nummering van de verhuureenheden, alle evacuatiewegen en de evacuatiemogelijkheden van alle verhuureenheden;
    • Alle brandvoorzieningen zoals, als ze aanwezig zijn, een brandweerkluis, een branddetectiecentrale, de bediening van de ventilatieopening van het trappenhuis, het bedieningsbord van het ventilatiesysteem en de brandbestrijdingsmiddelen;
    • Alle lokalen met bijzonder risico, zoals als ze aanwezig zijn, een stookplaats, een hoogspanningsinstallatie en de opslagplaatsen;
    • De locatie van alle afsluiters die het mogelijk maken het gebouw van alle energie- en watertoevoer af te sluiten;
  • Op een duidelijk zichtbare plaats nabij de toegang tot elke verdieping: een vereenvoudigd samenvattend plan van de verdieping met vermelding van de situering van de locaties zoals hierboven vermeld.

De uitbater zorgt voor de goede werking van alle veiligheidsvoorzieningen, zoals de goede werking van zelfsluitende of bij brand zelfsluitende deuren, de veiligheidsverlichting, de branddetectie, bruikbaarheid evacuatiewegen, trappen, ladders en brandbestrijdingsmiddelen. Hij vestigt de aandacht van de personeelsleden op het gevaar bij brand in de inrichting. Ze worden onder meer op de hoogte gebracht van de ingezette middelen voor:

  • Detectie, melding, waarschuwing en het alarm;
  • De te nemen schikkingen om de veiligheid van personen te verzekeren;
  • Het bestaan van brandbestrijdingsmiddelen.

De uitbater en sommige personeelsleden die speciaal zijn aangewezen wegens de permanente beschikbaarheid en de aard van hun functie, worden met de werking van de brandbestrijdingsmiddelen vertrouwd gemaakt en opgeleid over de gebruiksvoorwaarden. De uitbater organiseert ook jaarlijks praktische oefeneningen die tot doel hebben de personeelsleden te onderrichten in hun gedrag bij brand.