Moet ik een brandcentrale voorzien?

Wat is een brandcentrale?

Een brandcentrale (branddetectie-installatie) is een centrale waar alle signalen van rookmelders, handbrandmelders en andere beveiligingssensoren samenkomen.

Wanneer geldt er een verplichting?

Er geldt geen algemene verplichting om brandcentrales te voorzien. Er geldt wel een algemene verplichting om rookmelders te voorzien. Deze verplichting vervalt enkel als er ter vervanging een gekeurd en gecertificeerd branddetectiesysteem is voorzien.

Vanaf 1 april 2022 zal het verplicht zijn om in grote logies een automatische branddetectie-installatie te voorzien. Het gaat om logies met meer dan 5 verhuureenheden en met meer dan 12 slaapplaatsen. Deze verplichting wordt opgelegd in het Logiesdecreet.

Ook bij een kinderopvang is het in bepaalde gevallen verplicht om een branddetectie-installatie met centrale te plaatsen. Dit is het geval bij een kinderopvang waar de opvang ook ‘s nachts georganiseerd wordt en het is eveneens het geval indien er meer dan 51 opvangplaatsen zijn in de kinderopvang.

Waar is het nooit vereist?

Er is geen bewaking vereist in:

  • de toiletten;
  • de tussenruimtes bij verlaagde plafond of verhoogde vloeren wanneer aan al de volgende voorwaarden tegelijkertijd is voldaan:
    • de ruimtes moeten extern begrensd worden door scheidingselementen conform klasse A1 of A2.
    • de ruimtes moeten verdeeld worden door verticale scheidingen van klasse E60 zodat er volumes gevormd worden waarvan de horizontale projectie kan ingeschreven worden in een vierkant met een zijde kleiner dan of gelijk aan 25m;
    • de maximale hoogte van de ruimtes moet kleiner zijn dan 1 m;
    • de ruimtes mogen geen brandbare materialen bevatten met een calorische waarde groter dan 25 MJ voor gelijk welke oppervlakte eenheid die overeenkomt met 1 m2;
    • de ruimtes mogen geen kabels bevatten die verbonden zijn aan vitale installaties zoals bepaald in AREI, behalve indien het beschermde kabels betreft, of vitale installaties die in positieve veiligheid werken;
    • de horizontale wand die de ruimte afschermt van het verlaagd plafond (of van de verhoogde vloer) en de ruimte onder deze (of boven deze) mag niet geperforeerd zijn en niet doorlaatbaar voor rookgassen;
  • de schachten en kokers worden steeds voorzien van detectie met uitzondering van de sanitaire schachten en kokers die uitsluitend toegewezen zijn voor dit gebruik en die beschouwd worden als sanitaire lokalen;
  • de geventileerde vides voor zover ze op geen enkel punt een brandbelasting bevatten groter dan 25 MJ/m2;
  • de niet geventileerde koel- of vriesruimtes met een volume kleiner dan 20 m3.

Wanneer is het toch aangeraden?

Het is van belang om steeds een risicoanalyse uit te voeren. De brandmeldcentrale heeft als doel het beschermen van personen, van goederen of van beide. Dit doel kan variëren in functie van de verschillende zones van het gebouw. Welke elementen moet je dan in overweging nemen?

  • de kans op het ontstaan van een brand;
  • de kans op verspreiding van de brand in het lokaal van oorsprong;
  • de kans op verspreiding van de brand buiten het lokaal van oorsprong;
  • de consequenties van de brand (kans op overlijden, letsels, verlies van eigendommen en milieuschade);
  • het bestaan van andere methodes van brandbewaking;
  • de plannen met de indeling van de compartimentering van het gebouw en de plannen van bepaalde risicozones (ATEX zones (Atmosphères Explosibles);
  • de mogelijkheden van een menselijk tussenkomst.

Het ontwerp van het branddetectiesysteem hangt af van de acties die nodig zijn na de branddetectie. Je kan je onder meer de volgende vragen stellen tijdens de risicoanalyse:

  • Welk is de interventiestrategie in geval van brandmelding en brandalarm?
  • Welk is de interventietijd van de hulpdiensten en brandweer?
  • Welk is de procedure van de verwachte evacuatie in geval van brand? Hangt deze procedure af van de locatie van de brand?
  • Wat is de verwachte bezetting van het gebouw en in welke mate varieert deze factor volgens het moment van de dag en de datum?
  • Wat zijn de taken en de verantwoordelijkheden van het personeel voornamelijk met betrekking tot alle bepalingen van de organisatie van de bestrijding van de brand of het toezicht van de evacuatie?
  • Welke methode wordt er gebruikt om de aanwezige personen te informeren over een brandsituatie?
  • Wat zijn de eisen met betrekking tot de lokalisatie van de brand?
  • Is er bij omvangrijke gebouwencomplexen of met elkaar verbonden gebouwen (zoals winkelcentra) een hiërarchisch systeem nodig met verschillende bewakingsstations en als dat nodig is, wat zijn de voorzieningen voor de overdracht van informatie tussen deze bewakingsstations?
  • Welke methode zal er toegepast worden om de hulpdiensten en brandweer op te roepen en welke informatie zal er doorgegeven worden?
  • Zijn er specifieke eisen voor de hulpdiensten en brandweer?
  • Zijn er specifieke voorzieningen nodig om een ongewenst brandalarm te voorkomen?
  • Is er een wijziging in de interventiestrategie nodig bij brandmelding of brandalarm gedurende de nacht/dag of werkdagen/vakantiedagen?
  • Is er een interactie met andere actieve maatregelen voor brandbewaking of brandbescherming; zoals specifieke werkingseisen en de indeling in zones van specifieke randapparatuur?
  • Zijn er specifieke voorzieningen nodig voor de elektrische noodvoedingen?
  • Wat zijn de gebruikelijke acties in geval van ongewenst alarm of storingen?
  • Zijn er eisen voor het buitenwerking stellen, het afkoppelen of isoleren van het systeem en wie zorgt voor het opnieuw in dienst stellen?
  • Moet het systeem operationeel blijven gedurende een welbepaalde tijd na de initiële branddetectie?
  • Wie zijn de aanwezige personen en hun eventuele beperkingen, wat is de invloed van de plaats? Wat zijn de kenmerken van de lokalen?
  • Wat is de omgeving van het gebouw (bv. zijn er risicovolle activiteiten in de nabijheid van dit gebouw)?