Welke regels gelden er voor brandveiligheid op markten, kermissen en evenementen in Antwerpen?

De informatie komt uit de Politiecodex van Antwerpen.

Algemeen:

Alle standen moeten minstens in het bezit zijn van één brandblusser met een capaciteit van minstens één bluseenheid nl. 6 kg of liter, aangepast aan de aard en grootte van het risico. De brandweer kan bijkomende en/of bijzondere blusmiddelen opleggen. De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn. Zichtbaar en makkelijk bereikbaar, aangeduid door de juiste pictogrammen en indien mogelijk opgehangen. Er moet een branddeken voorzien zijn.

De nodige maatregelen moeten worden genomen om het risico op brand door roken te vermijden. Asbakken moeten in voldoende aantal en op nuttige plaatsen aanwezig zijn. Zij moet leeggemaakt worden in een metalen recipiënt, dat voorzien is van een metalen deksel dat goed sluit of vuur dooft.

Nabij een gasinstallatie:

In de nabijheid van elke gasinstallatie moet minstens een brandblusser aanwezig zijn:

  • Met een capaciteit van 1 brandblusser. Dit kan een toestel 6kg ABC poederblusser of een toestel 6L AB water-schuimblusser zijn;
  • De blusmiddelen moeten bedrijfsklaar zijn. Zij moeten goed zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar worden opgesteld en indien mogelijk worden opgehangen;
  • De uitbater moet op eenvoudige vraag een keuringsattest van de blusmiddelen kunnen voorleggen. Dit attest mag niet ouder zijn dan 12 maanden.

Inrichtingen toegankelijk voor het publiek:

  • Brandveiligheid voor inrichtingen voor het publiek toegankelijk waar maximaal 9 personen toegang kunnen hebben:

Op elke verdieping moet minstens één brandblusser van het type 6 kilo poeder ABC of gelijkwaardig aanwezig zijn. In keukens moet een brandblusser van het type 5 kilo CO2 of 6 kilo ABC poeder of gelijkwaardig aanwezig zijn. Ook moet in elke keuken een branddeken aanwezig zijn. Voor frituurketels moet een goed sluitend metalen deksel in de onmiddellijke nabijheid aanwezig zijn.

Het materieel om brand te bestrijden, moet goed onderhouden worden en beschermd zijn tegen vorst. Het moet op doeltreffende wijze opgehangen en gesignaleerd worden door pictogrammen en gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld zijn. Het materieel moet altijd onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Het personeel moet ingelicht worden over de gevaren van brand in de inrichting en moet oefenen om de brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken en de inrichting te kunnen ontruimen.

  • Brandveiligheid voor inrichtingen voor het publiek toegankelijk waar minstens 10 en maximaal 49 personen toegang kunnen hebben:

De uitbater moet voldoende brandblussers aanbrengen, aangepast aan de omstandigheden. In de inrichtingen toegankelijk voor publiek, moeten brandblussers van het type 6 kilo poeder ABC of gelijkwaardig aanwezig zijn. Die toestellen moeten goed verdeeld worden over de oppervlakte waar het publiek komt: één toestel per 150 m² totale oppervlakte, met een minimum van twee brandblussers. Op elke verdieping moet minstens één brandblussers aanwezig zijn. In keukens moet een brandblussers van het type 5 kilo CO2 of 6 kilo ABC poeder of gelijkwaardig aanwezig zijn. Ook moet in elke keuken een branddeken aanwezig zijn. Voor frituurketels moeten een goed sluitend metalen deksel in de onmiddellijke nabijheid aanwezig zijn.

Het materieel om brand te bestrijden, moet goed onderhouden worden en beschermd zijn tegen vorst. Het moet op doeltreffende wijze opgehangen en gesignaleerd worden door pictogrammen en gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld zijn. Het materieel moet altijd onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Het personeel moet ingelicht worden over de gevaren van brand in de inrichting en moet oefenen om de brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken en de inrichting te kunnen ontruimen.

  • Brandveiligheid voor inrichtingen voor het publiek toegankelijk waar 50 personen en meer toegang kunnen hebben:

De uitbater moet voldoende brandblussers aanbrengen, aangepast aan de omstandigheden. In de inrichtingen toegankelijk voor publiek, moeten brandblussers van het type 6 kilo poeder ABC aanwezig zijn. De toestellen moeten goed verdeeld worden over de oppervlakte waar het publiek komt: één toestel per 150 m² totale oppervlakte met een minimum van twee brandblussers . Op elke verdieping moet minstens één brandblusser aanwezig zijn.

In de publiek toegankelijke inrichtingen met een totale oppervlakte groter dan 500 m² moeten muurhapsels met axiale voeding geplaatst worden (conform NBN EN 671-1). De muurhaspels worden aangesloten via een aangepaste leiding op de openbare waterbedeling of op een ander gelijkwaardig voedingssysteem. Deze muurhaspels worden op deskundig gekozen plaatsen geplaatst, zodat elk punt van de inrichting kan bespoten worden. Het aantal muurhaspels wordt als volgt bepaal: de afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtste toestel mag niet meer bedragen dan de lengte van de gebruikte haspels. De haspels moeten gevoed worden met een leiding onder druk, zodat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 l/min. De leidingen voor bluswater moeten van staal zijn of van een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

Als er niet verwarmd wordt met aardgas, moet in nabijheid van de stookplaats een toestel staan met 5 kilo CO2 of 6 kilo poeder ABC.

In keukens moet een brandblusser van het type 5 kilo CO2 of 6 kilo ABC poeder of gelijkwaardig aanwezig zijn. Ook moet in elke keuken een branddeken aanwezig zijn. Voor frituurketels moet een goed sluitend metalen deksel in de onmiddellijke nabijheid aanwezig zijn.

Het materieel om brand te bestrijden, moet goed onderhouden worden en beschermd zijn tegen vorst. Het moet op doeltreffende wijze opgehangen en gesignaleerd worden door pictogrammen en gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld zijn. Het materieel moet altijd onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Het personeel moet ingelicht worden over de gevaren van brand in de inrichting en moet oefenen om de brandbestrijdingsmiddelen te gebruiken en de inrichting te kunnen ontruimen.

Controle:

Er dient een jaarlijkse controle te gebeuren voor dampkappen, alarmen, brandbestrijdingsmiddelen door een bevoegde persoon of bevoegd installateur. De veiligheidsverlichting moet driemaandelijks gecontroleerd worden door de uitbater.