Hoe bescherm ik mijn camping tegen brand?

Het gaat hier om de terreingerelateerde logies, gedefinieerd volgens het logiesdecreet. Hier vallen een aantal toeristische logies niet onder:

  • terreinen waarop gedurende maximum 75 kalenderdagen per jaar wordt gekampeerd in het kader van een evenement of door georganiseerde groepen kampeerders die onder toezicht van een of meer begeleiders staan.
  • Een bivakzone
  • Een inrichting die wordt gebruikt voor de werking van een jeugdwerkinitiatief dat erkend, gesubsidieerd of georganiseerd is door de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschapscommissi of door lokale besturen, waarin wordt verbleven of waarnaast wordt gekampeerd gedurende maximaal 60 kalenderdagen per jaar.

Als uitbater zal je een aantal zaken in rekening brengen bij gasinstallaties en elektrische installaties op het terrein. Er wordt gezorgd dat de gemeenschappelijke opslag en installaties van gas in flessen of tanks beantwoorden aan de wettelijke voorschriften. Je zal deze ook volgens de voorgeschreven regels laten controleren. Op de verblijfplaats, toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen en camperplaatsen mogen er maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen ook de gebruikte flessen, reserveflessen en lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op die plaatsen is beperkt tot 200l.

Je zal ook brandblusposten, die bij brand ter beschikking staan van de toeristen, op het terrein moeten installeren. Er wordt één bluspost per groep of groepsgedeelte van 100 verblijfplaatsen. Deze worden op het terrein verspreid. De blusposten bevatten:

  • Twee vorstbestendige schuim- of poederbrandblussers (BENOR) van 9 l/kg; of
  • Drie vorstbestendige schuim- of poederbrandblussers (BENOR) van 6 l/kg.

Op het terrein moet aan één van de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • Alle blusposten bevatten een mobiel vorstbestendig schuim- of poederbrandblustoestel met een capaciteit van 50 l/kg (BENOR); of
  • Er worden ondergrondse hydranten (volgens de geldende normen) aangebracht die gevoed worden door een waterverdelingsnet waarvan de leidingen een diameter hebben van min. 50 mm, onder een druk van minstens 3 à 4 bar.

De onmiddelijke omgeving van de blusposten moet steeds vrij zijn. De brandweerpost en het materiaal zal ook steeds met een pictogram aangeduid worden, evenals de kortste weg naar de post.

De uitbater zal zorgen voor de jaarlijkse controle en onderhoud van het materiaal.

Indien het terrein niet is uitgerust met hydranten is er een bluswatervoorraad voorhanden. Die voorraad bedraagt minstens 50 m3 en mag niet verder da tweehonderd meten van ieder verblijf liggen. Het bluswater mag ook uit een kanaal, een vijver of al dan niet gemeenschappelijke ondergrondse of bovengrondse citernes gehaald worden, op voorwaarde dat de watervoorraad altijd bereikbaar en bruikbaar is voor de brandweer.

Naast specifieke brandbeveiligingsnormen zal de uitbater de nodige maatregelen nemen om de personen die in de inrichting aanwezig zijn, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffingen. De maatregelen die in dat opzicht genomen worden, worden opgenomen in het huishoudelijk reglement. De uitbater en de personen belast met het dagelijkse of feitelijk bestuur zijn verplicht om op een informatiebord nabij de hoofdingang van het terrein de volgende gegevens ter beschikking te stellen:

  • Internationaal noodnummer “112”;
  • Contactgegevens van de persoon die voor de logerende toeristen gedurende het verblijf bereikbaar is in geval van nood;
  • Een plattegrond van het terrein dat, in voorkomend geval, de volgende gegevens bevat:
    • Situering en nummering van de plaatsen op het terrein;
    • Receptie en de dienstgebouwen;
    • Afvalverzamelplaats;
    • Plaats waar de brandvoorzieningen zijn opgesteld;
    • Wegennet;
    • Parkeerplaatsen;
    • Gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen en installaties;
    • Gemeenschappelijke ruimten.
  • Huishoudelijk reglement met minstens de volgende vermeldingen:
    • Het verbod om voertuigen op de toegangswegen, hoofdwegen en secundaire wegen te parkeren;
    • De maatregelen die de exploitant neemt om de persoenen die in de inrichting aanwezig zijn, te beschermen tegen brand, paniek en ontploffing.
  • Een verklarend document gericht aan het personeel en de gasten met aanbevelingen die nuttig zijn voor de brandpreventie, opgesteld in het Nederlands, Frans, Duits en Engels.

De uitbater zorgt voor opleiding voor sommige leden van het personeel die speciaal aangewezen zijn door de aard van hun functie of door het feit dat ze voordurend op het terrein aanwezig zijn, zodat ze vertrouwd geraken aan de werking van de blusapparatuur en het gebruik ervan. De uitbater zorgt ook voor de goede staat van de technische en veiligheidsuitrusting en laat deze hiervoor periodiek onderhouden en controleren door de bevoegde personen:

Legende:

EO Erkend organisme
BT Bevoegde technicus
BP Bevoegde persoon (al dan niet eigen personeel met voldoende kennis van de toestellen)
GKI Geaccrediteerde keuringsinstelling